top of page

Woont God op de eerste verdieping?

Bijgewerkt op: 17 aug. 2019


Photo by Jeffrey Czum

Is het God die boven ons woont, op de eerste verdieping?

Zo werd het ons verteld. Dat is de zogenaamde bovennatuur. Dat is de laag waarbinnen God zich afzondert. Wij leven met z'n allen in de natuurlijke laag waar we doorheen het lopen van de tijd hier en daar een bovennatuurlijke verschijnsel opmerken.


De monotheïstische gelovige is onderwezen dat God op spaarzame wijze een lijntje naar de benedenverdieping werpt. Dat noemen we 'openbaring'. Sommigen geloven dat een boek werd gedicteerd; anderen dat een maagd zwanger werd; en anderen dat een struik vuur vatte.


Info-injectie

Openbaring is het injecteren van 'boven-info' in de onderlaag. God toont zich kortstondig met de hand voor het gelaat en laat voldoende achter om de puzzel van de zingeving te leggen en het heil op het spoor te komen.


Wie zei ook alweer dat alle spreken over Boven van beneden komt?

Het is in ieder geval zo dat deze momenten van openbaring steeds in de ervaring of het hoofd van een individu geschiedden. Iemand nam iets waar of kreeg een inzicht en had de gelegenheid deze boven-info vast te houden en door te geven aan het volk waarvan die deel uitmaakte. Koran, Torah en Evangelie zijn hiervan de uitgewerkte slotdocumenten waarna - als je het vraagt aan de lezende doelgroep - nooit meer een volgende openbaring valt te verwachten.


God opnieuw

De Nieuw-Testamenticus Rudolf Bultmann uit de vorige eeuw vond het bijzonder belangrijk om de vraag naar God opnieuw te stellen alvorens wij ons zomaar onderwerpen aan een volgeschreven catechismus.


Zijn zoektocht haalt de hoeksteen vanonder het twee-verdiepenhuis van natuur en bovennatuur. Hij postuleert dat de menselijke ervaring hier beneden de ontmoeting kan zijn met het goddelijke.


Wie vanuit de benedenverdieping naar de bovenlaag kijkt, heeft nood aan een bemiddelend instituut dat fungeert als lift, als bewaker en vertaler van de goddelijke gave. Maar wie had kunnen voorspellen dat dit instituut zo sterk zou inboeten aan geloofwaardigheid en relevantie?


Een derde optie

De optie van Bultmann wint plots aan aantrekkelijkheid voor hen die de twee vluchtwegen: fundamentalisme of atheïsme, willen vermijden. Er wordt ons voorgesteld om God niet als veraf te beschouwen, maar als prominent aanwezig in de volheid van ons menszijn: in de beperkingen ervan en in ons gedragen-zijn in een Kracht die niet onze kracht is. God, niet als de stille Bovenbuur, maar als de Onvermijdelijke Realiteit in ons hier en nu.


De geloofsvisie die zich bedient van de twee-verdiepenmetafoor zal niet overleven. Volgens theoloog Gene Marshall is deze paradigmaverschuiving niet alleen aardverschuivend, ze is ook noodzakelijk. God zal er opnieuw door opstaan.


Goed voor de kerk?

Dit alles klinkt niet als goed nieuws voor het instituut - dat begrijp ik - maar misschien is dit goed nieuws voor de ecclesia; voor ieder die zich, zonder bemiddeling, samengeroepen weet als geloofsgemeenschap om de volle Aanwezige te ervaren in wel en wee.


Er bestaat geen eerste verdieping. God en mens doen aan cohabitatie.


De Aanwezige kan niet afwezig zijn. Het is daarom aan ons om de goddelijke Realiteit met een verhoogd bewustzijn op te merken en ons te oefenen in een nieuwe verwondering.


Voor wie ontwaken wil, klinkt dit goede nieuws: de alledaagse realiteit wordt niets minder dan een alomtegenwoordige en buitengewone Realiteit.


179 weergaven

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page