Het gebeurt met de regelmaat van de klok. Een internaut die zich via de sociale media vrolijk of minder vrolijk maakt over de ogenschijnlijke pracht en praal in de katholieke kerk. De schatten van het Vaticaan, de dure kelken op het altaar en de met goud bestikte kazuivels en dalmatieken passeren dan onveranderlijk de revue. En ik geef toe: ook ik heb al wel eens geslikt bij het prijskaartje van het gemiddelde gewaad op de website van 's lands (en 's werelds) belangrijkste leverancier. Kan dat niet allemaal wat eenvoudiger en (vooral) bescheidener?
Eigenlijk is die kritiek best waardevol. Het is de kritiek die je zelfs in het evangelie (Joh 12, 1-8) vindt wanneer een apostel de bedenking maakt dat Maria Magdalena dure olie gebruikt om Jezus’ voeten te balsemen. “Had dat geld niet beter aangewend kunnen worden voor de armen?”
Het is een zeer menselijke vraag, die getuigt van grote menselijke bewogenheid. En het is misschien tekenend dat uitgerekend deze apostel niet lang daarna Jezus inderdaad de rug toekeert en de kring verlaat.
Het maakt de vraag niet minder valabel. Maar even uitdagend en mysterieus is het antwoord van Jezus:
‘Laat haar, ze doet dit voor de dag van mijn begrafenis; de armen zijn immers altijd bij jullie, maar ik niet.’
En inderdaad: 2 weken later is de mens Jezus dood, maar de armen zijn er tot op vandaag. En zij zijn, zoals de paus dat zegt in lijn met zijn heilige naamgenoot, de missie van de Kerk.
Maar om de armen te kunnen dienen, moeten we kunnen uitgaan van de innerlijke kracht van de gemeenschap. Voor de Kerkgemeenschap ligt de bron en het hoogtepunt van die innerlijke kracht in de ontmoeting met Jezus. Net zoals dat voor Maria Magdalena het geval was. Nu de fysieke Jezus niet meer onder ons is, ontmoeten we hem in tekenen, van brood en wijn, doorgegeven doorheen de eeuwen. En ja, die wijn komt in een kelk. En dat brood in een mooie schaal.
Kerk zijn is die mooie voorwerpen niet als doel op zich zien ( dan kan je ze idd beter te gelde maken), maar ze waarderen in hun verwijzingsfunctie. Hun verwijzing naar Jezus. Wie ze zo gebruikt, kan niet anders dan de mis verlaten met een zending naar de armen toe.
Voor de aanschaf van een gewaad of altaarstuk heb ik in feite slechts één criterium: verblindt het of verwijst het? Alleen in het tweede geval is het echt iets waard.
Kerk zijn is gemeenschap vormen met openheid op en in verbondenheid met de wereld, ook wanneer die wereld haar kelken en kerken wil verkopen.
コメント