Hoe kan vormselcatechese voldoening geven als de jonge mensen het straks weer voor bekeken houden? Diaken Rob Allaert stelt voor het anders te zien.
Je kent dat grapje wel. Zegt de ene pastoor tegen de andere: Ik ben eindelijk verlost van de vele duiven op mijn kerk!
Hoe dan?, vraagt de andere.
Wel, ik diende ze een voor een het vormsel toe, en voila, ze blijven weg.
Je hebt ze zien zitten, de vele meisjes en jongens die tussen een sportactiviteit en het studeren voor de test van morgen gedropt werden om even aanwezig te zijn op een van de voorbereidende momenten op weg naar dat ongekende sacrament.
Je aanhoorde de klacht van de pastors en begeleiders over de terugvallende cijfers en het niet vinden van een nieuwe methode om de jongeren warm te krijgen voor een levensstijl met slechts één zondag voor de kerk.
Je vraagt je af of er kans is op een gelukkige pastoraal wanneer een stuk van je werk gericht is op jonge mensen die het straks voor bekeken houden.
Het kan, als we anders denken en handelen.
Het begint bij het inzicht dat het voorbereiden op het vormsel vandaag niet langer een catechetische oefening is met als doel de jongeren en hun gezin terug op te nemen in het wekelijkse kerkritme. Wie dat nog denkt, wordt ongelukkig.
Wij moeten niet méér doen dan het creëren van enkele fijne en kortstondige momenten waarin de kerk, maar vooral God, als aangenaam en zinvol kan worden ervaren.
Wij krijgen de minimalistische opdracht om een goed Gods-aanvoelen in het geheugen van deze jongeren en hun ouders te plaatsen. Meer niet.
Wij moeten nieuw durven spreken over God, en over een nabije Jezus die werkelijk inspireert en die navolgbaar is. Een Jezus die zich net als hen liet dopen en die onwaarschijnlijk goed nieuws brengt vanop een berg. Die vuur komt brengen voor wie wil, en niet voor wie niet wil. En richt je niet alleen tegen de jongeren maar evenzeer tegen de ouders.
Wij mogen het teken van de tijd verstaan als een knipoog van God en zodoende gebed benaderen vanuit de nieuwe hype van mindfulness en meditatie. Zo wordt de kerk plotsklaps relevant en verhoogt de kans dat jongeren en hun ouders ook na het vormseltraject experimenteren met inwendig gebed.
Wij moeten ervoor zorgen dat we afstand nemen van elke vorm van verplichting;
van elke schoolse associatie; van het voorhouden van verhaaltjes of het van buiten leren van gebeden; van het hanteren van een aanwezigheidslijst en het oneindig repeteren voor een viering die zoveel belangrijkheid wordt toegemeten dat ze de facto aanvoelt als een slotvoorstelling.
Plant dan liever de hoopvolle gedachte in hun geest
dat er op het juiste moment een open weg loopt naar een geloofsgemeenschap die - toen op dat vormseltraject - de leverancier was van een goede ervaring en een plausibel godsbeeld dat niet was gelicht uit een sprookjesboek.
Tenslotte moeten wij bereid zijn om na de vormselviering in dankbare vriendschap afscheid te nemen van onze jongeren en hun ouders in het ontspannen vertrouwen dat we ze twintig jaar of dertig jaar later - wie weet - terug zullen zien in een nieuwe geloofswereld die ook voor ons totaal anders zal zijn.
Comments