Zoals dat gebeurde in Vlaanderen in 1968, werd Rob als baby katholiek gedoopt. Zijn ouders scheidden toen hij vier was. Toen zijn vader zich bekeerde later tot het evangelisch protestantisme werd Rob geïntroduceerd in de sensationele apocalyptische literatuur over het nakende einde der tijden. Enkele jaren later zou Rob in diens voetsporen treden.
Toen ik enkele jaren later als tiener interesse kreeg in dat sensationele voorspellen van de toekomst ten gevolge van het album 'Number of the Beast' van Iron Maiden en mij evenzeer bekeerde op evangelische wijze waardoor ik Jezus als mijn eigen Verlosser ging beschouwen, kwam ik uit in een evangelische kerk waar ik verkering kreeg met Isabel, nu mijn vrouw. In die kerkgemeenschap ontdekte ik al snel dat ik teveel verwachtte van het leven van een 'wedergeboren christen' en zocht daardoor een beetje verder in pinkster-literatuur, maar was vooral aangesproken door de mystieke elementen in de muziek van John Michael Talbot.
Dat laatste bracht mij tot in de Verenigde Staten met de bedoeling om verder te zoeken en deze man en zijn leefgemeenschap te bezoeken. Daar werd ik geconfronteerd met een monastieke, franciscaanse, oecumenische en ecologische levensstijl. Kortom, ik zag een concreet en overtuigend katholicisme dat door deze accenten een opvallend atypische Amerikaanse ervaring werd. Hierop ging ik de katholieke leer bestuderen en kwam in aanraking met de geschriften van de apostolische vaders of de opvolgers van de apostelen. Ik wist toen intuïtief dat ik moest terugkeren naar het geloof van mijn doopsel. Dat bracht heel wat sociale spanning teweeg en mijn toen-nog-evangelische vrouw heeft daar nog het meeste onder geleden.
Een bekeerling die aangetrokken wordt door de RKK komt nogal makkelijk uit bij een kerkdroom van perfectie. Na de twijfelachtigheid van het oneindige aantal denominaties en het totaal gebrek aan historiciteit omarmt de bekeerling maar al te graag de kerk die nooit hoeft te twijfelen.
Heel wat Amerikaanse apologetische werken passeerden de revue. Hierop vond ik aansluiting in het vrome devotionele katholieke leven in Vlaanderen. Het heeft even geduurd om aan mezelf toe te geven dat ik na een fundamentalistisch Jezus-geloof nu overgestapt was naar een soort fundamentalistisch kerk-geloof. Toen mijn vrouw en ik lid werden van 'The Apostolate for Family Consecration' en dit in eigen land wensten te introduceren, kwamen we helemaal terecht in de katholieke devotionele wereld. Een wereld waar catechismus belangrijker is dan Bijbel en Maria belangrijker dan Jezus. Een wereld waarin Jezus enkel te ontmoeten is in heilig brood of private openbaringen.
Het is pas toen ik het cherry-picking (enkel lezen wat je graag leest) omruilde voor een systematische theologische opleiding dat ik geconfronteerd werd met mijn blinde vlekken. Zo werd de Jezus van de devoties opnieuw de Jezus van het evangelie. Zo werd de paus weer mens en de kerk een verzameling van mensen onderweg die hun best doen om samen de Geest te verstaan.
Ik ben erg dankbaar bewust(er) katholiek te mogen zijn. Ik geniet van de historiciteit en de apostoliciteit van deze kerk. Maar ondertussen zie ik beter de uitdaging die we samen hebben om werk te maken van ware katholiciteit en ongeveinsde heiligheid. Met de Geest voorop ben ik hier tamelijk gerust in.
Ik was vroeger creationist en eindtijdsgelovige. Dat ben ik nu niet meer. Ik heb de Amerikaanse boeken opgeborgen. Ook heb ik de afgezonderde devotionele groepen omgeruild voor het parochiale leven. Daar wil ik staan en als het mag, graag met een zending als diaken door de bisschop.
01 januari 2016
Commenti