Reflectie bij Joh. 9, 1-9
Homilie Joh. 9, 1-9
“Meester, waarom is die man blind?”
Wanneer mensen ziek worden of rampspoed ondergaan, is er iets in ons, van oudsher al, dat de waarom-vraag wil stellen.
In de Joodse samenleving ten tijde van Jezus lag het antwoord klaar: wie ziek was of gehandicapt, werd zeker door God gestraft voor iets wat hij of zij misdaan had. De ziekte als straf van God. Het is een hardnekkige Bijbelse overtuiging. Denk maar aan het verhaal van Job.
Maar de man uit het Evangelie van vandaag is blind geboren. En dat stelt zelfs de meest doorwinterde schriftgeleerden voor een levensgroot probleem. Als een aandoening een straf van God is, waarvoor straft God dan een boreling?
De zekerheid rammelt en vertwijfeling groeit in de confrontatie met het onverdiend lijden van onschuldige mensen.
Ook in deze tijden van Corona zijn er ongetwijfeld weer mensen en groepen, misschien meer elders dan bij ons, die in Covid19 een straf van God menen te zien. Of iets meer seculier: een correctie van de natuur op een onverantwoord omgaan van de mensen met hun omgeving en zichzelf. Sommigen denken dan aan grote epidemieën uit het verleden, van de pest tot de Spaanse griep. En zij zien de geschiedenis zich herhalen. Met een duidelijke boodschap dat dit lijden ons overkomt om een reden. Die we zelf hebben gezocht.
De waarom-vraag in tijden zoals deze kan best ontmoedigen. Albert Camus beschrijft in zijn meesterwerk “La Peste” hoe een dokter in een stad in lock down (die veel weg heeft van onze steden vandaag) tot gelatenheid wordt gedreven en met een priester redetwist en worstelt over de zin van het bestaan. Ook wij vragen ons vandaag misschien af wat God ons met deze toch wel bijzondere vastentijd wil zeggen. Waarom overkomt ons dit?
Ziekte als straf van God. Jezus verwijst die traditionele kijk op ziekte als straf vandaag resoluut naar de prullenmand. Fake news is het.
“Die man heeft niets verkeerd gedaan. En zijn ouders ook niet”, vernemen we. En dan: “maar door zijn blindheid kan ik aan iedereen laten zien hoe God werkt.” En Hij geneest hem.
Het is gevaarlijk enige zin te willen toedichten aan ziekte en lijden. Het coronavirus overkomt ons. De pandemie is een wetenschappelijk feit met grote sociale en economische gevolgen. Veel meer zingeving kan je daar niet uit persen. Meg de beste wil niet.
Wat wel zinvol is, is wat wij doen met dat feit. Hoe gaan wij om met deze tijd? Zijn wij solidair met onze medemens? Door de richtlijnen van de overheid nauwgezet op te volgen? Door voor elkaar te zorgen vanop afstand? Door als zorgverlener in de frontlinie te gaan staan? Of door vanop ons balkon re applaudisseren voor onze helden van de zorg?
Als wij dat alles doen, dan brengen wij zelf een beetje zin binnen in de zinloosheid van deze Coronatijd. En vrij vertaald voor christenen vandaag: dan biedt deze op zich zinloze pandemie ons een kans om het voorbeeld van Jezus te volgen. En te tonen dat Covid19 niet het laatste woord krijgt.
Ik sluit graag af met een citaat van de katholieke auteur Tolkien, uit zijn meesterwerk “In de ban van de Ring” waarin de hobbit Frodo zegt: “ik wou dat het niet in mijn tijd hoefde te gebeuren.” “Ik ook”, antwoordde de tovenaar Gandalf, “maar het is niet aan ons te beslissen in welke tijd wij leven. Het enige wat we moeten beslissen is wat te doen met de tijd die ons gegeven is.”
Commenti