Ik hou wel van de parabel van de verloren zoon. Want kijk hoe mooi God er uitkomt. Jezus verwijst graag naar God met het beeld van de goede vader. Maar met deze parabel neemt hij de tijd om dat vaderbeeld te verhelderen.
En maar goed ook. Want de God van het Oude Testament klinkt soms zo: “Mijn volk is halsstarrig. Hou me niet tegen, dan kan Ik hen in mijn brandende toorn vernietigen." Toch een heel andere god, lijkt me.
De God van Jezus is als een goede vader. En Jezus treedt in detail:
Die vader deelt zijn vermogen vrij uit.
Die vader ziet je graag verschijnen en rent je tegemoet.
Die vader kent medelijden.
Die vader valt je om de hals en geeft je een kus.
Die vader schenkt je al wat je nodig hebt en geeft een groot feest.
Dat kan tellen voor een positief godsbeeld. Het contrast met het oude testament kan niet groter zijn.
Vergeten weg
De parabel van de verloren zoon zou je ook kunnen noemen de parabel van de vergeten weg. Want misschien zijn wij wel vergeten hoe mooi die weg is die naar God voert.
Die weg die van de Vader wegleidt, daarvan weten we dat die niet makkelijk begaanbaar is. Dat is een weg met heel druk verkeer; een weg met files en met heel veel wegenwerken. Een weg vol met obstakels.
Niet vol te houden. Het enige wat nog kon, is terug te keren, terug naar het vaderhuis.
En wat weten we over die weg terug? Niet veel.
Maar merk op dat Jezus zelf geen obstakels opwerpt. De weg terug lijkt een soort snelweg waar je als het ware wordt aangezogen door de warmte van dat vaderhuis. Er lijken geen obstakels te zijn, enkel een wijdse begaanbare weg naar huis.
Een dame breekt in
Vorig jaar kwam er een dame mediteren in de ochtend in de Mijlstraatkerk. Ze had vernomen dat dat kon in Duffel, gratis. Zij was nieuwsgierig om te ontdekken hoe meditatie verloopt. Misschien bent ook u nieuwsgierig.
Wel, de meditatie in de ochtend duurt een half uur in twee delen van een kwartier. Misschien kunnen we de discipline van meditatie beschouwen als een weg zonder obstakels, als een weg die niet volledig is uitgestippeld. Bij een gebedsdienst heb je op z'n minst nog een blaadje met een aantal gebeden en teksten om je aan vast te houden. Niet zo bij meditatie. Daar moet je het doen met God alleen, met jezelf en die Vader. Daar leer je in stilte te vorderen naar het vaderhuis. Meditatie als die vrije wijdse weg naar de Vader.
Die dame was aldus aanwezig die ochtend om mee te mediteren. En ze ontdekte dat er in de tweede helft van de meditatie wel woorden worden gebruikt. Positieve kernachtige woorden die spontaan bij de mensen opwellen. En daar zag ze haar kans.
Want de weg die zijn bewandelde naar de vader was een theologische weg; een weg bezaaid met theologische obstakels.
In haar geval was het een protestantse weg die zij bewandelde. Een weg waarvan zij vond dat dit de enige juiste weg was, en dat de anderen ook op die wijze moeten vorderen.
Mij leek dat zij afweek van de wijdse, begaanbare weg naar de Vader en dat zij een soort zijweg promootte: haar weg.
In het lange gesprek nadien was ik blij haar te kunnen vertellen dat op de weg terug naar de Vader, dat er daar geen obstakels staan. Dat daar door Jezus geen theologische eisen worden gesteld. De weg is vrij om te bewandelen. Het enige wat nodig is, is dat wij opstaan, ons omkeren en de weg naar de vader inzetten. Dat is het enige wat nodig is.
Want de Vader, met zijn warme glimlach, staat al op de uitkijk.
Comments