Een dier is niet in staat iets te kiezen buiten het instinct om. Toch stel ik dat er bij een kat mogelijk sprake is van liefde. Ik noem het secundaire liefde. Wat bedoel ik daarmee?
Als we de natuur aanschouwen - liefst in vakantiestemming - dan zijn wij snel gecharmeerd. We zien de schoonheid en de gelovige mens voelt de neiging om God te prijzen voor die wonderlijke schepping. Maar kijk je naar de natuur als wetenschapper, dan word je daarentegen geconfronteerd met de ruwheid van de natuur. Daar is het: eten of gegeten worden.Â
Bij ons thuis hebben we dagelijks bezoek van een kat uit de straat. Zij voelt zich bijzonder thuis bij ons. Wanneer zij binnenkomt, dan groet zij ons. Je wil ze meteen knuffelen, en ze laat dat toe. Niet zo verwonderlijk dat we denken dat de dieren ons liefhebben. Maar is dat zo? In de ongerepte natuur is er immers geen tijd of ruimte voor liefde. De natuur wil dat de genen worden doorgegeven. Het leven moet doorzetten, het koste wat het kost.
Ook de lieve kat uit de buurt volgt haar instinct. Het wilde is er een beetje uit. Ze is gedomesticeerd door de mens en weet dat het goed toeven is bij ons thuis en dat er af en toe een klein hapje van de tafel valt. Ook hier spreken de genen. Nooit maakt de kat een beslissing om ons lief te hebben.Â
Dat liefde een beslissing is, weten we maar al te goed op de momenten waarop we de kans laten liggen. Liefde is bij iemand willen zijn, ook als de keuken gesloten is. Het is een uiting van toewijding; een wilskeuze die in het beste geval wordt ondersteund door een goed gevoel. Maar dat laatste hoeft niet.
Secundaire liefde
De kat is niet in staat iets te kiezen buiten het instinct om. Toch stel ik dat er bij de kat sprake is van liefde. Ik noem het secundaire liefde. Wat bedoel ik daarmee?
Een dier heeft de goede zorgen van de mensen nodig om de warmte van liefde te voelen, want de naakte natuur zal dat gevoel niet schenken. Buiten is het koud. Binnen een stuk warmer. En eens dat dier die warmte ondervindt, zal het graag en regelmatig terugkeren. De liefde en verwelkoming die de kat bij ons thuis ondervindt komt van de mens, en het dier merkt dat. Een beetje zoals de maan het licht van de zon reflecteert, zo reflecteert het dier de liefde die ze geniet. Het dier handelt niet uit liefde, maar reflecteert ze wel. Ze geeft ze als het ware aan ons terug. En wij genieten van deze weerkaatsing van liefde.Â
De kat kan dus liefhebben op secundaire wijze. Maar er is een voorwaarde: de aanwezigheid van een liefdevolle mens. Want, zet een dier bij een soortgenoot, en je zal zien dat de liefde verdwijnt. De genetische aansturing neemt de zaak over met angst, competitie en agressie.
Â
God is liefde
Merk op dat de Bijbel, met name in de eerste Johannesbrief, lijkt te suggereren dat ook wij, mensen, de liefde weerkaatsen. ‘God heeft ons eerst liefgehad.’ lezen we daar. Wij zijn niet de zon, wij weerkaatsen slechts het licht van God. De kat mag dan de mens nodig hebben om liefde te ondervinden, maar wij, wij kunnen niet zonder God.Â
Maar zijn wij dan ook als de lagere dieren? Neen. Wij bezitten een capaciteit om voor liefde te kiezen, wat wil zeggen dat wij ze bewust kunnen aanmaken. De dieren zoeken bescherming, voedsel en vruchtbaarheid. Dat is bij ons niet anders, maar we zoeken daarenboven liefde en delen die eigenhandig uit.
‘Als wij elkaar liefhebÂben, woont God in ons’, schrijft Johannes. Draai het om en zie: Omdat God in ons woont, kunnen wij liefhebben. We hebben toegang tot de Bron. Daardoor kunnen we elkaar liefhebben. En ook de dieren. Door positief contact met de mens delen ook zij in de goddelijke liefde. En tenslotte de natuur, onze voedingsbodem, laten we die alsjeblieft niet liefdeloos vertrappen.
Ja. God is liefde! En al wie bewust in God woont, die bevordert de doorstroom van de goddelijke liefde op de planeet.
Comentários