Op zondag 19 juni gaf Wouter Druwé (31 jaar), seminarist van het bisdom Antwerpen, een mooi getuigenis over zijn weg naar het priesterschap in de Sint-Martinuskerk in Duffel. We geven u de integrale tekst van zijn getuigenis weer.
“Een tijdje geleden getuigde ik in Kerk & Leven over hoe ik als professor Romeins recht en rechtsgeschiedenis aan de KU Leuven de stap gezet heb naar de priesteropleiding in het Nederlandse Bovendonk, als kandidaat voor het bisdom Antwerpen. Priester Tim vroeg mij daarop om ook hier in de Duffelse Sint-Martinuskerk te getuigen over mijn gelovige weg naar het priesterschap. Het is de eerste keer dat ik er in deze context, zo in een zondagsviering, over spreek, maar ik ben heel blij om iets van wat ik als een roeping ervaar, met u te mogen delen. Ik zou mijn getuigenis daartoe willen opbouwen aan de hand van een drietal kerngedachten: (i) verdieping die tot verbinding leidt, (ii) thuiskomen en (iii) engagement.
Verbindende verdieping
De eerste kerngedachte is die van verdieping die tot verbinding leidt.
Ik kom uit een warm gezin in de Antwerpse Zuidrand. Ik ontving een eenvoudige katholieke opvoeding. In mijn jongste kinderjaren gingen we wekelijks naar de kerk. Toen we echter rond 1999, toen ik acht jaar oud was, van Edegem naar Lint verhuisden en we een drukke activiteitenkalender kregen, werden de kerkbezoeken jaar na jaar minder frequent. Wel nam ik als lagereschoolkind nog deel aan adventsacties en kersttoneel. Ik beleefde daar veel plezier aan en ging ook graag naar de vormselcatechese. Ik voelde in de kerk iets van verbondenheid en diepgang en wilde begrijpen wat er in de kerk gebeurde, wat er gezegd werd en gedaan. Toen ik dan als elfjarige naar het secundaire onderwijs ging, ging een wereld voor mij open. Latijn, geschiedenis, maar zeker ook de godsdienstlessen: ze spraken me aan en boden me de verdieping die ik zocht. Ik leerde de Bijbel een beetje kennen en ook de lessen over de rituelen bleven me bij. Vanaf mijn vijftiende ging ik op eigen initiatief ook weer zelf, vaak samen met mijn grootmoeder, zo goed als wekelijks naar de kerk.
Toch leefde er in mij ook na het secundair onderwijs nog een grote honger naar verdere diepgang en begrip. Aan de universiteit leerde ik een aantal inspirerende mensen kennen, zoals professor Laurent Waelkens, professor Romeins recht die later ook mijn doctoraatspromotor werd en in wiens professionele voetstappen ik mocht treden. Hij was een geëngageerd katholiek denker. In de eerste twee jaar van mijn universitaire opleiding maakte hij mij nog sterker bewust van de rol van het christendom voor onze hedendaagse samenleving en voor de waarden onderliggend aan ons rechtssysteem. Vanaf het derde jaar combineerde ik mijn rechtenstudie met de theologie, en dat heb ik me nooit beklaagd. Eén van de eerste theologische vakken was meteen al heel belangrijk op mijn geloofsweg: ‘Fundamentele theologie: geloof en openbaring’ heette het. In de cursus van professor Terrence Merrigan, die ik als werkstudent doornam, las ik over de ‘sprong van het geloof’. Als gelovigen mogen we steeds verder zoeken en (intellectuele, gelovige) verdieping betrachten, maar uiteindelijk is er ook nog die sprong vereist, een sprong die het rationele overstijgt en die ons verbindt met de bron van eeuwige Liefde, die God is. Dat inzicht moedigde mij aan om die sprong ook effectief te zetten: de verdieping leidde mij nu nog meer dan voordien ook tot verbinding.
Als academicus mag ik me verdiepen in de rijke kerkgeschiedenis: de organisatie, maar ook de inspiratie van verleden generaties christengelovigen. Tegelijk mag ik als seminarist en hedendaags katholiek ook vanuit die gelovige verdieping tot verbinding komen met studenten, met vormelingen, met ouderen die ik tijdens een pastorale stage bezoek, en in en door hen met Christus zelf. ‘Verdieping die leidt tot verbinding’, het is een belangrijke gedachte op mijn pad naar het priesterschap.
Thuiskomen
Een tweede kernwoord in mijn roepingsproces is dat van het thuiskomen. We hoorden vandaag in de tweede lezing hoe we allemaal ‘één persoon geworden zijn in Christus Jezus’. Ik heb in de kerk inderdaad over al de jaren heen steeds een groot gevoel van eenheid, van thuiskomen gehad. Thuiskomen in een christelijke gemeenschap, die universeel is, thuiskomen ook bij God die ons aller Vader is. Dat mocht ik ervaren in mijn jeugd in Edegem, maar ook aan de universitaire parochie in Leuven en vooral tijdens mijn vele buitenlandse studie- en onderzoeksverblijven. Ik ben heel erg dankbaar en besef dat het een groot voorrecht is om al die ervaringen mee te maken. Ik heb er uiteraard ook dingen gezien die ik niet zou overnemen, maar over het algemeen was ik telkens weer geraakt door de diepe verbondenheid over generaties, nationaliteiten en regio’s heen. Of je nu in een katholieke kerk in Krakau bent, in Oxford of in New York, je maakt deel uit van dezelfde geloofsgemeenschap. De katholiciteit heb ik dankzij die internationale ervaringen en dankzij de internationale aanwezigheid in Leuven pas echt begrepen. Aan die universele gemeenschap wil ik heel graag mijn steentje bijdragen. Deze internationale ervaringen hebben mij tegelijk ook de ogen verder geopend voor de mogelijkheid van het priesterschap. U heeft hier met priester Tim een jonge priester, maar ik kende in mijn jeugd vooral oudere priesters; de internationale ervaringen hebben mij geleerd dat ook vandaag het priesterschap nog één van de mogelijke wegen is die vreugde brengt, ook voor jongere mensen.
Engagement
Dat brengt me bij het derde kernwoord, engagement. Het christelijke geloof is niet enkel theorie, het is ook praktijk. Toen ik zestien jaar oud werd, heb ik me vanuit die overtuiging geëngageerd in de jeugdvereniging. Ik leerde er samenwerken, activiteiten organiseren en stond ook in voor bezinningen en vorming. Op mijn eenentwintigste werd ik lid van een parochieteam en ik geef nu ook al vele jaren vormselcatechese. Daarnaast gaf ik bijles aan medestudenten die het wat moeilijker hadden en engageer ik me nu reeds acht jaar als secretaris van het Oekraïne-Project-Edegem, een organisatie die zich inzet voor de meest kwetsbare mensen in de Oekraïne.
Tegelijk waren die kleinere engagementen voor mij soms ook een uitvlucht om geen fundamentele keuzes te moeten maken. Keuzes maken vond ik moeilijk; ik heb altijd liever gecombineerd. Toen ik er aan het einde van de middelbare school al aan dacht om naar het seminarie te gaan, koos ik toch – mede ook uit vrees voor de reacties van de omgeving – voor een rechtenstudie gecombineerd met enkele activiteiten als vrijwilliger. Toen ik aan het einde van mijn masteropleiding in de rechten en een bachelor in de theologie opnieuw op de drempel stond naar het seminarie, heb ik toch voor een doctoraatstraject in de rechtsgeschiedenis geopteerd, in combinatie met de inzet als vormselcatechist en voor het Oekraïne-project.
Hoewel ik heel veel plezier en verbondenheid beleefde in en door die engagementen, voelde ik dat ik het verlangen naar het priesterschap niet helemaal van mij af kon zetten. Een paar maanden voor mijn doctoraatsverdediging nam ik contact op met het bisdom Antwerpen en meldde me aan voor de priesteropleiding. Intussen mocht ik kandideren voor het professoraat in het Romeinse recht en de geschiedenis van het kerkelijke recht. Eenmaal ingewerkt in de nieuwe universitaire opdracht, begon ik aan de studie in Bovendonk. Als alles goed gaat, begin ik volgend jaar aan het vierde jaar van de opleiding.
De weg van de priesteropleiding is een voortdurende weg van onderscheiding. Roeping is een moeilijke term. Een échte, heldere roepstem, een mystiek moment, heb ik niet gehoord of gekend. Maar vanuit die verbindende verdieping, vanuit het oprechte gevoel van thuiskomen en vanuit het engagement, leeft er in mij een diepe wens en verlangen om Jezus’ Blijde Boodschap uit te dragen. Hopelijk mag ik zo meehelpen opdat ook anderen die verbinding, die verdieping en dat thuiskomen ondervinden. Momenteel denk ik dat ik een pad bewandel dat het mijne is. Tegelijk is het pad bij momenten moeilijk. Jezus zei vandaag nog in het evangelie tot ons: “Wie mijn volgeling wil zijn, moet Mij volgen door zichzelf te verloochenen en door elke dag opnieuw zijn kruis op te nemen.” Het is een radicale opdracht, die mij als christen en priesterkandidaat soms wel eens afschrikt. Ik ga de weg echter verder, stap voor stap, in volledige openheid, zoekend naar wat God met mij wil.
Commentaires